Verdwijnt de dokar uit het straatbeeld van Salatiga?

Andreas Harsono

Indonesia, Feiten en Meningen

Als het aan de Indonesische bureaucraten ligt, moeten alle traditionele vervoermiddelen in de javaanse steden tegen het eind van deze eeuw plaats hebben gemaakt voor gemotoriseerde vervoermiddelen. Door het verbod op de becaks werden alleen al volgens officiële cijfers tenminste 50.000 mensen in Jakarta van hun bestaansmiddelen beroofd. In Salatiga, een kleine Midden Javaanse stad met ongeveer 90.000 inwoners, wordt het voortbestaan van de dokar (koets) bedreigd. De paardenvijgen zouden onhygiënisch zijn en daarom zouden (mini-) bussen de dokars moeten vervangen.

De Indonesische milieu-activist Andreas Harsono was in de herfst van vorig jaar in het kader van een Duits-Indonesisch uitwisselingsprogramma in Duitsland en bracht op uitnodiging van het Komitee Indonesië ook een bezoek aan Nederland. Na afronding van zijn studie in de elektrotechniek aan de Christelijke Universiteit Satya Wacana is hij actief gebleven op het terrein van politieke, social-economische en milieuvraagstukken in Salatiga. In dit artikel vertelt hij over de situatie in zijn stad. 

Een tijdje terug werd ik uitgenodigd om Duitsland en Nederland te bezoeken in het kader van een jongeman als ik, nodigde voor een discussie over het milieu in Indonesië, hadden ze het bijna alleen over het regenwoud. Maar het milieu in Indonesië wordt niet alleen in het tropisch regenwoud vernietigd. Momen-die niet eender een buitenlandse reis had gemaakt, levered dit een reeks waardevolle ervaringen en wetenswaardigheden op. Zoals hoe men in Duits land het vraagstuk rond kernenergie dijs voor fietsers’ in Amsterdam is. Bovendien bleken milieuvraagstukken, zowel in Duitsland als Nederland volop te leven.

Er was toch iets waar ik me steeds over verbaasde. Ledere keer als een Duitser of Nederlander onze groep uit teel maakt de Indonesische bevolking zich eveneens zorgen over de geplande bouw van een kerncentrale in Jepara (Midden-Java), over grootschalige waterdamme (Kedung Ombo, Koto Panjang), industriële vervuiling van rivieren en over de ecologische schade die de mijnbouw door bijvoorbeeld Freeport International in West-Papua aanricht. 

Motorisering

Niet minder belangrijk is de milieu vervuiling veroorzaakt door een onjuiste keuze van vervoersysteem. Heel anders dan in Nederland is de motorisering in Indonesië met een ongelooflijke snelheid tot stand gebracht. In de laatste vijfentwintig jaar is het standbeeld in Indonesië total veranderd.

De toename van het verkeer in de steden, de groei van de bevolking en de uit breiding van het stadsgebied maken een integrale en goede regeling van het vervoersysteem en het weggebruik nodig. In Indonesië werd het gemotoriseerde Vervoer helaas geschikter geacht dan bij voorbeeld de trein of de dokar en becak. In bijna alle delen van Indonesië wordt een uitgebreid wegenmet aangelegd zonder een serieuze poigng het treinverkeer te stimuleren. Het fietsgebruik neemt elk jaar schrikbarend af. De traditionele schepen en bootjes, die regelmatig te zien waren voor de kusten van Sumatera en Kalimantan, verdwijnen systematisch uit het gezichtsveld. 

Ondertussen groeit het autopark. Het autobezit op Java neemt jaarlijks met zeventien procent toe. Jakarta is berucht om zijn gigantische verkeersopstoppingen. Het rejden in de stad is een inspannende onderneming geworden. Zestig procent van de luchtvervuiling in Jakarta wordt veroorzaakt door het autoverkeer. In Indonesië is het gebruik van een katalisator niet verplicht.

De gevolgen van dit alles zijn desastreus. Ten eerste wordt iedereen die het zich kan permitteren op deze manier geconditioneerd om een auto aan te schaffen. Ten tweede wordt het openbaar Vervoer verwaarloosd. In Indonesië is het gebruik maken van openbaar Vervoer een ware beproeving. Passagiers worden snel-snel in een tjokvolle bus geduwd, waar zij verdwijnen in de walm van sigaretten rook en slecht behandeld worden door de bestuurder of de kondukteur en… de bus rijt nooit op tijd. 

Een ander gevolg is het terugdringen van de traditionele milieuvriendelijke en goedkope vervoermiddelen. In Jakarta bijvoorbeeld was 1990 het jaar van het drama van het vrijmaken van de straten van 15.000 becaks, gepaard gaande met systematische intimidate van de becak rijders. De becaks werden in Jakarta verboden met de officiële argumentatie dat ze het snelverkeer storen en het imago van de Indonesische natie schaden.

Zulk sort drama’s doen zich niet alleen in Jakarta voor. Het gebeurt ook in die gelegenheid afgesloten voor dokars. Het argument luidde dat dit ten goede zou koen aan de ‘schoonheid’van de stad en de veiligheid van de president. Maar nadat de president was vertrokken, werd het verbod gehandhaafdken, vooral voor de stad-met het argument dat de er schooner op zou worden. Deze zaak sleepte zich voort tot mei, toen het verbod in de leiders van de koet siervereniging om betrokken te worden bij de beraadslagingen, werden door de plaatselijke autoriteiten afgeslagen. Dit eksalleerde in een demonstratief bezoek aan het stadhuis. 

De situatie in Palu staat niet op zich zelf. In Parakan (midden-Java) bijvoor andere steden, zoals Surabaya, Medan, Semarang, Ujung Pandang, Ambon, Bandung en zelfs in kleine stadjes zoals Salatiga en Jember. Naast de becaks steffen andere traditionele vervoermiddelen, Zoals de dokar (koets), hetzelfde lot. Ik geloof zelfs dat de dokar eerder verboden zal worden dan de becaks. Daarom denk ik dat het redden van den dokar een bescherming kan bieden legen het verdwijnen van de becaks.

Demonstratie

In mei vorig jaar vond in Palu (midden-Sulawesi) een demonstratie plaats waar 200 dokar bestuurders aan deelnamen. Het was allemal begonnen met de kirnst van general Suharto naar aanleiding van een Nationale Herbebossings bijeenkornst. Een aantal straten werd bij bleeld hebben de problemen rond de paardestront en de konkurrentie tussen de dokar en gemotoriseerde vervoermid delen geleid tot een emotionele uit barsting. In Purwokerto (ook in Midden-Java) werden de dokarrijders er eveneens van beschuldigd de stad te vervuilen. Het stadsbestuur in Salatiga wil niet achterblijven. Ook in deze stad wordt de dokar teruggedrongen ten behoeve van het gemotoriseerde verkeer. Dokarpassagiers zoals huisvrouwen kunnen geen gebruik meer maken van de dokar, omdat de dokar niet meer in de buurt van volksmarkten mag rijden. Maar taxi’s zijn vele boodschappentassen onpraktisch. 

Tegenwoording, in een situatie waarbij zowel de brandstofprijzen als de toekomst van dokars onzeker zijn en waarbij milieuvervuiling door uitlaatgas sen wordt veroorzaakt en de geluidsover last van het verkeer allang een zorg voor de inwoners is geworden, lijkt het alsof niemand de voordelen van niet gemotoriseerd verkeer meer hoeft op te lepelen. Maar dit is blijkbaar niet zo. 

Vergeleken met de uitlaatgassen zijn paardevijgen een vervuiling van onbeduidende betekenis. Paardestront is biologisch afval dat in de natuur afgebroken kan worden. Het gemotoriseerde verkeer produceert veel meer niet-biologisch afval,die naast het milieu ook de rust, gezondheid en leefplezier van de mens aantst.

Uit milieu-overwegingen verdient de dokar duidelijk de voorkeur. Het gebruik van de dokar vermindert ook de afhankelijkheid van de ontwikelde landen, omdat de onderdelen voor een dokar in Indonesië zelf te vinden zijn: hout en rubber en een paard. Dokars hebben geen modern garges nodig, zijn goedkoper dan auto’s en de’dokar industrie’zou al evenmin zeuren om protektie’van de staat tegen het konkurrerende buitenland. In Indonesië geiniet de auto-industrie een grote protektie en ontvagt ze staatssubsidies. Dokars zouden een fascinerend verschijnsel kunnen worden in het Indonesische straatbeeld, zoals de fiestsers in Amsterdam. 

Amsterdam, Sepeda dan Daerah Lampu Merah

Andreas Harsono 

Suara Merdeka, 17 Januari 1992

KESAN saya ketika bangun pagi di suatu kota bernama Amsterdam adalah Dunia Ketiga. Di Amsterdam memang terdapat banyak sekali orang-orang dari berbagai negara Dunia Ketiga. Di dalam trem, di jalanan, di café, pertokoan, selalu terdapat entah orang dari Afrika. Dengan rambut ala Ruud Gullit berpelukan di tengah jalan. Atau orang India. Yang berkulit kuning juga banyak. Orang dari Vietnam misalnya, banyak yang berjualan lumpia di pasar-pasar. Rumah makan Suriname juga tersebar di segala sudut kota menjual berbagai makanan antara lain… nasi goreng. Lucunya, nasi goreng oleh sebagian orang besar penduduk Amsterdam dibanggakan sebagai makanan khas Amsterdam. 

Suatu malam saya pernah mencoba memesan nasi goreng di restoran Jawa dan hasilnya memang mengagumkan. Sepiring nasi berwarna kemerahan, mungkin digoreng memakai saos tomat, lengkap dengan daging ayam, daging asap (sapi) dan sayuran. Porsinya bikin kaget saja. Kalau untuk ukuran orang di Salatiga, satu porsi nasi goreng di Amsterdam, cukup untuk dua orang mahasiswa Salatiga. Tetapi harus akui memang lezat sekali. Bolehlah dibandingkan dengan nasi goreng ala hotel berbintang lima di Indonesia.

Kesan tentang banyaknya orang kulit berwarna ini tentu tidak lengkap kalau tidak di kaitkan dengan orang-orang berkulit sawo matang dari pulau di Nusantara. Orang Jawa, orang Maluku, orang Sumatra, orang Papua dan lainnya, juga banyak sekali terdapat di Amsterdam. 

Pernah dalam satu kesempatan bersama Joss Wibisono, wartawan radio siaran bahasa Indonesia di Hilversum, saya pergi ke satu cafetaria terkenal bersama De Jahre. Di cafetaria yang terletak di tepi sungai Amstel nan indah itu, di suatu sudut saya melihat satu gadis cantik, kelihatannya orang Jawa asli, asyik berbincang-bincang dengan rekan-rekanny, semua berkulit putih. Tetapi bahasa Belanda-nya, alamak, tanpa cacat sama sekali. Persis orang Belanda asli. 

Cafetaria luas dan berpenampilan arsitektur kuno itu terkenal sebagai tempat dimana intelektual pada ngumpul. Sedikit-sedikit kalimat-kalimat bahasa Perancis muncul dalam perbincangan mereka. Dan saya sama sekali melihat orang-orang kulit berwarna “bengong” di sana. Atau ada pandangan yang kurang senang dari orang Belanda sendiri terhadap orang kulit berwarna.

Padahal ketika saya datang ke Amsterdam, benua Eropa sedang diguncang oleh nasionalisme anti kulit berwarna. Di Jerman dan Prancis, orang-orang ultra kanan intimidasi orang kulit berwarna. Pemukulan. Pembakaran dan semacam itu masuk ke berbagai media massa. Tetapi tidak terjadi apa-apa di Belanda. Musik reggae ala Amerika Latin. Atau musik penuh rintihan, atau apapun namanya itu, ala Afrika juga tetap terdengar di beberapa tempat. 

Saya jadi ingat komentar seorang pemudi Jerman yang tinggal di Berlin, “Bila suasana Jerman sudah terlampau menegangkan, saya pasti memilih untuk beremigrasi ke Belanda. Amsterdam memang kota Dunia Ketiga."

Sarang Laba-laba

Tetapi bukan itu saja. Amsterdam juga terkenal karena kanal-kanal-nya. Kota ini ibarat suatu sarang laba-laba dengan pusatnya Stasiun Sentral (Centraal Station).

Dari stasiun ini terdapat mulut-mulut jalan besar. Antara lain yang terkenal adalah Jalan Damrak dan Rokin. Dan melingkari stasiun secara berlapis-lapis, sekaligus berpotongan dengan jalan-jalan utama itu, adalah kanal-kanal yang dipenuhi dengan perahu khas Belanda.

Setiap kali melewati satu jembatan di atas kanal, saya tak henti-hentinya mengagumi keindahannya. Amsterdam memang terletak di dekat laut, konon ketinggiannya rendah sekali dari permukaan laut hingga dibuatlah dam-dam. Karena dibangun di dekat sungai Amstel, lama kelamaan orang menyebut daerah ini sebagai Amsterdam. Keadaan lingkungan yang seperti inilah, yang membuat kota ini, dilihat dari udara maupun dilihat dari petanya, mirip sebuah sarang laba-laba raksasa.

Kalau Amsterdam ibarat sarang laba-laba, maka saya berani bertaruh sepeda adalah laba-labanya. 

Sepeda di Amsterdam terdapat dalam jumlah yang luar biasa. Di mana-mana ada sepeda. Entah gadis cantik dengan gaun untuk pesta cocktail atau seorang gentleman dengan jas lengkap, tidak susah ditemui sedang mengayuh sepeda dengan bersemangat.

Jalur untuk sepeda makin tahun makin bertambah. Sepeda-sepeda “tua” seperti yang biasa di pakai para petani di Jawa untuk mengangkut gabah atau keranjang bambu, tampaknya populer sekali di Belanda. Dari pada menaiki sepeda, yang di Indonesia dikenal dengan istilah “sepeda federal,” orang Belanda lebih memilih naik sepeda kumbang. Di Salatiga, sepeda ini disebut dengan istilah “sepeda kebo."

Setiap Keluarga Punya Sepeda

Belakangan saya tahu, bahwa setiap keluarga di Belanda sedikitnya memiliki dua atau tiga sepeda. Dan salah satu di antaranya biasanya berupa sepeda sport. Kalau suka balap dipilihlah sepeda balap. Kalau suka berjalan-jalan di hutan dipilihlah “sepeda federal”.

Menurut data yang dikutip oleh Otto Soemarwoto, seorang peneliti ekologi dari Universitas Padjadjaran, perbandingan antara penduduk dan sepeda di Belanda adalah 1,3. Jadi setiap satu orang Belanda memiliki 1,3 sepeda. Ini luar biasa karena berarti tidak sedikit orang belanda yang memiliki dua sepeda.

Bandingkan keadaan di Amsterdam ini dengan Salatiga misalnya. Di kota saya, naik sepeda sudah menjadi suatu kebiasaan yang membahayakan mengingat betapa buasnya para pengemudi kendaraan bermotor dalam menjalankan kendaraannya. Tanpa adanya jalur khusus sepeda, mereka bisa tanpa sengaja menabrak mati seorang pengendara sepeda yang paling sopan sekalipun.

Memang lain lubuk lain ikannya. Di Amsterdam suatu malam saya pernah melihat seorang pengemudi sepeda, kemungkinan seorang mahasiswa Universitas Amsterdam, yang jengkel dengan pengemudi mobil karena menjalankan mobilnya cukup kencang di gang sempit di wilayah kampus. Tanpa banyak basa-basi dipukulnya keras-keras atap mobil sedan tersebut.

Buntutnya dua orang pemuda kulit berwarna, kelihatannya dari Timur Tengah, keluar dari mobil sambil membawa pisau. Untung sang pengemudi sepeda yang dipojokkan oleh mobil tersebut tidak ambil pusing dari kejadian itu dan melaju kencang. Mobil mau mengejar tidak mungkin. Banyaknya tikungan dan sempitnya jalanan membuat sepeda bisa melaju jauh lebih cepat daripada mobil.

Soal Prasarana

Saya pikir, kalau prasarana buat transportasi sepeda dibangun dan dipelihara dengan baik, orang pasti lebih suka untuk berpergian dengan sepeda. Selain menyehatkan, dengan bersepeda orang juga tidak melakukan pengrusakan lingkungan yang diakibatkan oleh asap pembakaran mesin kendaraan bermotor.

Keadaan inilah yang muncul sebagai arus deras di seluruh Belanda. Tua maupun muda. Laki-laki maupun perempuan. Kaya maupun yang miskin. Hitam maupun yang putih kulitnya. Kalau keadaan memungkinkan, mereka memilih naik sepeda. 

Untuk pergi ke tempat-tempat yang jauh, sepeda juga bisa dimasukan ke dalam gerbong kereta api. Ada kereta yang menerima sepeda juga sehingga tidak mengherankan apabila di stasiun saya sering lihat seorang pemuda menuntun sepeda di lorong-lorong stasiun. 

Dari cerita beberapa rekan di Belanda, kebanyakan pekerja memilih untuk mempunyai dua sepeda sekaligus. Satu digunakan dari rumah ke stasiun. Sedangkan yang satu diparkir dekat stasiun tujuan dan dipakai untuk pergi ke tempat bekerja. Perjalanan panjang ditempuh dengan kereta api sedangkan perjalanan pendek di tempuh dengan sepeda. 

Beberapa perusahaan juga menyediakan handuk bersih setiap pagi, bagi pekerja yang bersedia naik sepeda ke kantor. Maksudnya untuk keperluan mengeringkan setelah mandi di kantor. Saya pikir, “Wah, sudah maju sekali.” 

Kereta api, trem maupun bus umum, pelayanannya juga baik sekali (setidaknya apabila dibandingkan beberapa faktornya dengan pelayanan di kota-kota di Indonesia).

Di dalam kendaraan umum, untuk jarak jauh biasanya di bagi dalam dua ruangan. Satu untuk yang merokok sedang satu yang bebas asap rokok. Tetapi di dalam trem dan bus umum, para penumpang dilarang merokok. Pertimbangannya, karena asap rokok selain mengganggu sang perokok juga mengganggu kesehatan orang yang tidak merokok. Adanya peraturan ini tentu sangat menyamankan para penumpang.

Dengan kendaraan umum, para warga kota Amsterdam juga bisa pergi ke pusat-pusat kota, yang tidak bisa mereka jangkau kalau memakai mobil pribadi. Pendek kata, sebagai seorang warga Salatiga yang banyak bepergian di seluruh kota-kota besar Jawa dan mengetahui betapa jeleknya jasa transportasi umum di Indonesia, saya terus terang cemburu kepada warga kota di Belanda.

Seorang rekan dari Indonesia bercerita bagaimana mahalnya untuk memiliki sebuah mobil sedemikian rupa sehingga lebih baik punya dua sepeda atau bahkan tiga sekaligus diparkir di tempat-tempat yang berbeda dengan … rantai kapal agar tidak diambil orang lain yang lagi butuh sepeda.

Pencopet

Harap maklum. Amsterdam juga banyak pencuri maupun pencopet. Lucunya, keadaan ini justru “dibanggakan”. Saya katakan demikian karena fenomena itu justru mereka jual, dikomersialkan misalnya dalam bentuk kartu pos. 

Digambarkan bagaimana turis -turis dengan terharunya menikmati Amsterdam sambil bergumam, "Hmm … beautiful place, nice people”. Sementara pada saat yang bersamaan tiga pencopet menggerayangi kantongnya, tas travelnya dan kameranya. 

Amsterdam memang gila. Entah apa pula maksud dari si pembuat kartun. Untuk meledek, membanggakan, mengkomersialkan atau mencampurkannya jadi satu.

Dan tentunya bukan hanya para pencopet yang dikartunkan. Gadis-gadis dari daerah lampu merah juga dibanggakan. Zeedijk adalah nama satu daerah di Amsterdam, dimana gadis-gadis dari berbagai bangsa duduk di balik jendela atau pintu kaca, dalam keremangan lampu merah, mereka hanya memakai lingerie (pakaian dalam yang berenda-renda) dan berusaha memikat calon pelanggannya. Saya pikir, tidak sedikit turis yang datang ke daerah ini untuk sekedar untuk sekedar melihat-lihat (termasuk saya).

Tempat Parkir

Jika di Indonesia khususnya di kota-kota besar, sepeda perlahan-lahan mulai tersingkir dan menghilang, di Amsterdam keberadaan sepeda tampaknya justru dimanjakan, dengan memberi fasilitas yang baik. Gambar di atas menampakkan area parkir sepeda di satu sudut kota itu. Pemerintah kota menyediakan sarana parkir, berupa tempat bagi ban sepeda, agar kendaraan nonmotor itu bisa tetap berdiri tegak dan rapi. Area parkir seperti ini sangat banyak jumlahnya di Amsterdam maupun di kota-kota di Belanda.

(Foto: Andreas Harsono)